Rasbeschrijving
In het land van herkomst wordt hij ook liefdevol “Patou” genoemd. De Pyreneese Berghond is van oorsprong een waak- en verdedigingshond.
Zoals de naam al zegt, is hij thuis in de Franse Pyreneeën. Zijn taak was het om de kuddes vee, meestal schapen, in de bergen te bewaken en te verdedigen. Zowel tegen dierlijke als ook tegen menselijke rovers.
Tot de vijanden hoorden vooral beren, wolven en lynxen.
Op enkele plaatsen in de Pyreneeën vervult hij ook heden nog zijn taak als bewaker, zij het dat de roofdieren inmiddels bijna uitgestorven zijn.
Verder werd hij gehouden op kastelen en grote landerijen om deze tegen indringers te beschermen. Deze taak werd meestal door meerdere honden verricht, 2 of 3, die ieder vanuit een strategisch belangrijke plek toezicht hielden. Mocht er een roofdier opduiken, dan was nooit de kudde onbewaakt, wanneer de rover aangevallen werd.
In de Verenigde Staten van Amerika en Canada wordt op grote schaal gebruik gemaakt van de Pyreneese Berghond, om alle mogelijke soorten vee te bewaken.
Dit doet hij zonder veel tussenkomst van de eigenaren, op een heel instinctmatige en zelfstandige manier. Zodoende zijn de karaktereigenschappen van de Pyr te verklaren.
Vooral evenwichtig, rustig, intelligent, zelfstandig denkend en – werkend. Waaks, goed onderscheidingsvermogen voor goed en kwaad.
Terughoudend, zo niet afwijzend tegenover vreemden, maar voor zijn baas en zijn familie liefdevol en zachtmoedig.
Hij wordt ook steeds als een ideale hond in de omgang met kinderen beschreven, maar met dit soort opmerkingen moet men voorzichtig zijn, niet alleen bij de Pyr, maar bij elke hond. Kinderen zijn onberekenbaar, net zo als de hond en zodoende moeten ze, zeker bij jongere kinderen, nooit zonder toezicht alleen gelaten worden.
De Pyr is een rustige hond, die niet nerveus rondloopt, maar veelal op een plek blijft liggen, van waar hij zijn omgeving goed kan overzien.
Wordt men aangesproken van mensen, die je zien met de berghonden, dan krijg je meestal reacties als: “Wat zijn ze mooi, ze lijken wel op een IJsbeer, ach wat zijn ze lief !” Dan komen er vragen: “Zijn ze waaks? Zijn ze lief voor kinderen, eten ze veel? Je moet ze zeker veel in bad stoppen, om ze zo wit te houden?”
Het beste is dan om met de negatieve punten te beginnen: “Ze blaffen veel, ze kwijlen soms, ze verliezen vacht, ook al zijn ze niet aan het verharen, ze luisteren soms slecht, ze zijn moeilijk op te voeden en hebben de neiging om op ontdekkingstocht te gaan, als ze los van de riem lopen. Het eten valt wel mee, in verhouding tot hun grootte!”…………..
Denkt U, dat U met dit soort gedrag kan leven (in het uiterste geval, het hoeft niet zo te zijn, maar je kan er maar beter op voorbereid zijn, dan is de Pyreneeër misschien wel de geschikte hond voor U.
Maak een bewuste keuze – laat U niet verleiden door een aandoenlijk, lief en zacht “vachtbolletje” !!!
De Pyreneeër is geen hond voor iedereen. Het kleine aandoenlijke pupje kan bij foute opvoeding uitgroeien tot een dominante tiran van 45-60 kg lichaamsgewicht en 70-80 cm schofthoogte.
Ze zijn ontzettend lief, mits je de baas over hen blijft !
Onafhankelijkheid, betweterigheid, eigenzinnigheid en koppigheid staan in zijn vaandel. Samen met zijn gigantische uitstraling, intelligentie, humor en eenmaal gewonnen trouw en aanhankelijkheid maken zij het een uitdaging om met dit ras om te gaan.
Dit ras is niet geschikt voor alleen maar kennelhouding, hij moet veel contact met “zijn” mensen hebben, anders kan hij afwijkend gedrag en/of agressie vertonen.
Laat je hem los op eigen terrein lopen, dan heb je wel een behoorlijke afrastering nodig. De Pyr heeft de neiging om te zwerven en op “ontdekkingstocht” te gaan.
Door zijn terughouding tegenover vreemden kan het moeilijk zijn om te herkennen of het nu echt terughouding is, of angst. Dus een goede socialisatie tegenover mensen is erg belangrijk.
Ben je niet in de situatie, dat je voldoende ruimte – grond bezit, om de Pyr zijn oorspronkelijke taak van het bewaken te laten uitoefenen, dan moet je wel een ander “werk” voor hem gaan vinden. Anders kan het zijn, dat je een onevenwichtige hond krijgt. Dus doe iets met je hond, volg een cursus, maak wandelingen met hem, of fietstochten (niet voor de leeftijd van 12 maanden).
Een puppycursus en ook een vervolgcursus is zeker aan te raden.
Omdat hij gewend is om zelfstandig te werken, is hij niet zo gemakkelijk op te leiden voor een bepaalde taak, maar met veel geduld en inzicht kom je er wel.
1-2 keer per week een flinke borstelbeurt is voldoende, wel op klittenvorming achter de oren en onder de oksels letten.
Is de vacht nat en vuil, …………. even wachten tot de vacht weer opgedroogd is, meestal is dan het vuil er al uitgevallen of je kan het erg makkelijk uitborstelen.
Tijdens de verharing heb je veel last van uitvallend haar, dus dan wel iedere dag borstelen.
Wassen is bijna nooit nodig. Wil je het wel doen, gebruik dan een speciale shampoo voor honden en let erop, dat heel goed gespoeld wordt , anders kan de hond door restjes shampoo eczeem krijgen.
Verder moet je 1 keer in de ca. 2 maanden de nagels aan de hubertusklauwen van de achterpoten afknippen, anders groeien ze in de kussentjes van de teen.
Deze hubertusklauwen moet de Pyr volgens de rasstandaard hebben. Het zijn twee extra teentjes, die aan de binnenkant van de achterpoten zitten, ca. 5 cm boven de grond. Dus die nagels slijten niet bij het lopen.
Maar let op, er zit een bloedvat in de nagel, die, als je er teveel van afknipt, hevig gaat bloeden. Dit is zeer pijnlijk en het kan ertoe leiden dat de hond zijn nagels niet meer wil laten knippen. Bij lichte nagels kan je dit bloedvat zien, maar bij donkere nagels niet. Durf je het niet aan, laat dan de dierenarts of b.v. een trimster de nagels knippen.
De haren die tussen de teenkussens onder de voet groeien, vooral in de winter (sneeuw) bijknippen, anders bestaat er kans op eczeem door vocht en likken.
Regelmatig de oren controleren op overmatig oorsmeer en zonodig schoon maken, maar niet in het oor gaan peuteren met een wattenstaafje. Neem een wattenpad en doe daar een beetje oorcleaner op. Dit is verkrijgbaar bij de dierenarts. Gaat de hond vaak met zijn hoofd schudden of achter zijn oren krabben, dan ook hier de dierenarts laten kijken of er geen ontsteking is of dat ongedierte (oormijt) de oorzaak is.
Ook de tanden dienen regelmatig gecontroleerd te worden op tandsteen.
Geef tijdens het wisselen van het gebit (tussen 4 en 7 maanden) Uw pup iets om op te knagen, b.v. een stuk hard runderbot.
De Pyr heeft, vanaf dat hij in huis komt een strenge, consequente, maar rechtvaardige en zachte opvoeding nodig. Deze opvoeding zou voltooid moeten zijn op een leeftijd van 6-9 maanden, anders kan je vanwege zijn grootte en onverschilligheid tegenover correcties, problemen krijgen, vaker bij een reu dan bij een teef.
Maak de opvoeding leuk voor hem, probeer fout gedrag zo veel mogelijk te voorkomen of anders te corrigeren.
Goed gedrag belonen, slecht gedrag negeren of bestraffen met de stem of door in zijn nek te grijpen en iets drukken (niet schudden). Belonen met hoge stem of snoepje – brokje, straffen met harde – diepe stem.
Werk veel met beloning van goed gedrag en negeren of afleiden van fout gedrag. Gaat hij bijv. aan iets knagen wat niet mag dan “nee” of “foei” zeggen en hem er weg halen.
Geef hem dan iets waar hij wel op mag knagen, runderoor, kauwstaafje of speeltje.
Tolereer niets van de pup, wat hij ook als volwassen hond niet mag doen.
Enkele voorbeelden:
- Opspringen tegen mensen, is niet alleen hinderlijk voor de mensen, maar ook niet goed voor de achterpoten van de jonge hond
- om eten bedelen
- de tandjes of de oortjes niet willen laten bekijken
- tegenwerken bij het borstelen
- onnodig blaffen
- aan de meubels knagen, of dingen slopen
Consequent, kordaat en duidelijk zijn, nee is nee en ja is ja, de “chef” van de meute bent U.
Leer de hond op Uw stem of handgebaar te reageren, gebruik steeds dezelfde woorden voor datgene wat hij moet leren, bijv. af, zit, nee, hier, etc.
Leer hem van pup af aan, dat hij moet komen als U hem roept, maar loop niet achter hem aan, dit zal hij alleen maar leuk vinden en er een spelletje van maken. Probeer hem naar U toe te lokken met een speeltje of brokje, wanneer hij niet gelijk wil komen.
Observeer de pup tijdens het spelen en zodra U ziet dat hij naar U toe wil lopen, roep zijn naam en geef hem een beloning, zodra hij bij U is, speel dan nog met hem. Zo maakt U, dat naar U toe komen leuk voor hem is. Nooit gelijk aan de riem vastmaken, als hij gekomen is, dit zal hij alleen maar onthouden en zo redeneren: “als ik geroepen word en ik luister en kom naar mijn baas, dan moet ik aan de riem en de pret is over.” Dus hij zal steeds minder vlug komen.
Lees veel over opvoeding van honden, als je zelf nog niet zo veel ervaring hebt.
Goed is ook om bij een hondenclub een cursus te volgen. Je kan ervaringen uitwisselen met andere puppy eigenaars. Vertel de trainer over het eigenzinnige karakter van de berghond (als men met dit ras nog geen ervaring heeft op de hondenschool) en dat deze hond nooit gedrild moet worden.
Met consequentheid en goede, vriendelijke en rustige begeleiding leert de hond veel sneller. Ook het te vaak herhalen van een oefening zal hem vlug het plezier nemen aan de training.
De Pyreneese Berghond behoort tot een ras wat tussen de 3 en 7 maanden ontzettend hard groeit. Worden in deze periode fouten gemaakt betreffende de voeding en niet aangepaste lichaamsbeweging, kan dit schade veroorzaken, vooral bij de botgroei, wat niet meer te herstellen is.
Let op een niet te hoog eiwitgehalte (max. 26%) en op een goede calcium/phosphor verhouding (+/- 1.2% ca en 1% ph), dit is belangrijk voor een evenwichtige bot- en lichaamsgroei.
Geef niet te veel voer. Beter een pup, die iets mager is, dan een te dikke pup. Het beste kan je “voelen” of een pup goed op gewicht is. Als je onder de huid nog net zijn ribben kan voelen, dan is het goed.
Gemiddeld gewicht voor: | Reuen | Teven |
3 maanden | 16 kg | 15 kg |
4 maanden | 22 kg | 19 kg |
5 maanden | 26 kg | 23 kg |
6 maanden | 30 kg | 27 kg |
7 maanden | 34 kg | 30 kg |
9 maanden | 38 kg | 33 kg |
12 maanden | 45 kg | 40 kg |
volwassen hond 2,5 jaar | 55-60 kg | 45 kg |
Geef tot/met een leeftijd van 4 maanden 3 keer per dag eten en begin vanaf de 5e maand 2 keer per dag. Ook op volwassen leeftijd is het beter 2 keer per dag eten geven, dan is het risico, dat de hond een maagkanteling kan krijgen veel kleiner. Nooit de hond voor of na grote inspanning eten geven, wacht minimaal een uur.
Vers water moet er overdag steeds ruim beschikbaar zijn, zodat de hond kan drinken, als hij er zin in heeft.
Ter afsluiting nog iets over HD – heupdysplasie = heupmisvorming, oftewel een storing bij de vorming van de heupgewrichten.
Twee factoren spelen hierbij een rol, nl.: aanleg en opvoeding.
Aanleg | Opvoeding/Omgeving: de uitwendige factor |
Het is natuurlijk aan te bevelen alleen maar met HD-A honden te fokken, maar: – Dat is niet bij elk ras mogelijk i.v.m. te weinig HD-A fokmateriaal. – Dat is geen volledige garantie voor HD-A pups.
Bij de Pyreneese Berghond is zelfs de combinatie HD-B x HD-C toegestaan. HD-B = overgangsvorm = dat op de röntgenfoto’s geringe veranderingen zijn te zien die weliswaar toegeschreven moeten worden aan HD, maar waaraan in het kader van de fokkerij geen directe betekenis kan worden toegekend. HD-A = negatief = vrij van HD HD-C = licht positief HD-D = positief HD-E = positief in optima forma, ernstig misvormde heupgewrichten. | Tracht de bevordering van HD te voorkomen, door:
– een goede voeding (vooral niet te veel, daar de gewrichten van grote rassen toch al genoeg te trotseren hebben). – Geen extra overbelasting op jonge leeftijd (voor 12 maanden) in de vorm van trap lopen, springen, trekken, teveel achter weggegooide speeltjes aan laten rennen, te jong te lange wandelingen maken, en/of te wild stoeien met zwaardere honden. Liever meerdere korte wandelingen, dan enkele lange. Onderzoek op HD gebeurt door v.a. de leeftijd van 18 maanden officiële röntgenfoto’s bij de dierenarts te laten maken. Deze foto’s worden ter beoordeling opgestuurd naar de W.K. Hirschfeldstichting, waar ze door een deskundig panel bekeken worden. Hiervan ontvangen U en de rasvereniging een schriftelijk rapport. Daar bij de oprichting van de N.V.L.P.H. meteen ook een fokreglement opgesteld werd, waarin o.a. voorgeschreven staat, dat alle honden waarmee binnen de vereniging gefokt wordt, een officiële HD beoordeling moeten ondergaan, is HD in ons ras goed onder controle en HD-D, of erger, nagenoeg niet aanwezig. |